De kat is plat

Het is 2007 en mijn (toenmalige) vrouw vraagt mij vriendelijk doch dwingend de oude pc eens van More zijn slaapkamer af te halen. Het ding doet het niet, is veel te groot en staat uiteraard verschrikkelijk in de weg want op die plaats MOET namelijk iets anders staan, iets wat nergens anders kan staan, omdat het dan gewoonweg niet staat.

Lui en sterk (vinden mijn kinderen) als ik ben moet dat hele spul natuurlijk wel in 1 keer naar beneden, inclusief printer.

De draden partij subtiel en uiterst vakkundig uit de apparaten getrokken en zorgvuldig de hele boel op elkaar gestapeld.

Wat bezielde me trouwens dat hele spul op die slaapkamer te installeren indertijd, maar goed, dat terzijde.

Storm en More (5 en 3) staan vol verwachting onder aan de trap te wachten, want Papa doet weer eens wat in huis. Altijd als ik dan eens iets deed had ik hulp. More zette dan zijn Bobdebouwerhelm op en meldde dat hij ook reetskap had en maakte me duidelijk dat we absoluut niet zonder zijn hulp konden. Wachten moest ik in ieder geval.

Een dikke peer zaag, en een rolmaat om te meteren , is zijn vaste wapentuig.

Bij de helm was ook een veiligheids bril meegeleverd welke net onder zijn ogen en een centimeter of 5 boven zijn onderlip met een veel te strak stiek op zijn kleine hoofdje geklemd zit, en ziet eruit alsof hij de dichtstbijzijnde bank gaat overvallen.

Over vallen gesproken, door zijn outfit ziet hij dus niet precies welke weg hij bewandelt, en geeft na zijn schuiver dan ook aan dat het maar goed is dat hij een helm op heeft.

Gekke bob, denk ik nog terwijl ik met de halve Media Markt in mijn handen richting trap loop.

O, schat kijk uit hoor, die kat, die…..

Juist nadat ik mijn hele gewicht heb laten overhellen naar links, stap ik met mijn volle (98 kg.) gewicht en met mijn werkschoenmetstalenneus uit het 45 rek, vol op het koppie van het 2 maanden oude katje, welke More twee weken eerder heel zorgvuldig had uitgezocht in het naburige asiel. Er moest zelfs nog een foto van gemaakt worden, omdat het arme dier niet meteen mee mocht, omdat hij iets te vroeg van zijn moeder was weggehaald. Zo kon hij er alvast een beetje aan wennen en natuurlijk naar kijken.

Over naar kijken gesproken, het bloed spuit uit zijn neusje, zo tegen de crème witte muur, voordeur en hobbelt spartelend de trap af. De paniek die dan ontstaat is niet te beschrijven, de kinderen krijsen “pap wat doe je nou?. kijk nou, Maaaam!!….”Mijn hart draait vijf keer rond in mijn lichaam, wat een drama!

Storm (3) zegt alleen maar “Papa poes dood, papa poes dood” en kijkt me daarbij heel beschuldigend aan.

Mijn vrouw grist het arme katje van de vloer en rent er mee , door de kamer, naar de achtertuin, een spoor achterlatend over de muur, vloerkleed en tegen de achter deur. Daar is de bloedconcentratie het hevigst omdat ze de deur niet openkrijgt en het katje loopt langzaam leeg en het spartelen wordt al duidelijk minder.

Ze legt het trillende dier op het gras en vraagt me het nummer van de dierenambulance.

Terwijl ik naar een telefoonboek zoek vraag ik me wel af hoe zo’n kundige dierenarts dat koppie weer in de originele vorm zou kunnen krijgen , en nog voor ik het boek gevonden heb is het leed al geleden. Een redelijk korte pijn, dat wel.

De ziel verlaat zichtbaar het levenloze lichaam en volgens de jongens is Lientje nu aan het spelen met Diesel, een Berner Sennen die we eerder verloren. Lang, heel lang heb ik Storm nog horen zeggen “papa poes dood” Ik heb er bij staan janken als een klein kind, en merkte toen maar weer eens hoe verschrikkelijk veel ik van die jongens hou.

Dat verdriet was heel intens en Lientje heeft daarom ook een mooie begrafenis gehad, compleet met steen en kruis. Samen hebben we haar begraven en hebben ook samen weer een nieuwe kat uit het asiel gehaald. Als je er nog meer kwijt moet, grapte ik tegen de asiel dame, maar werd niet in dank afgenomen begreep ik later.

Je snapt wel , Pap, dat je nooit meer een computer naar beneden mag dragen.