Naar het circus

ZAvatta

Circus Zavatta is in het dorp.

De naam alleen al belooft veel spektakel dus de plannen zijn snel gemaakt. Om vier uur begint het , maar heb niet echt het idee dat we er, in verband met de grote drukte, een half uur van te voren moeten zijn. Met de prijs van de kaartjes kun je twee kanten uit. Of het is zo duur omdat het personeel bij het Russisch Staatscircus weggekocht is en zulke angstaanjagende risico’s neemt dat het salaris, inclusief risicoverzekering, zo hoog is dat de kaartjes wel zo duur moeten zijn. Of er komen telkens zo weinig mensen kijken dat het anders allemaal niet op te brengen is, en helaas, het blijkt de laatste optie. Er zit een redelijk prijsverschil in 1e ring en 2e ring, Ik had de diameter van de tent gezien en de afstand tussen de twee ringen leek me hooguit drie meter, dus toch de goedkoopste maar genomen. Blijf een Zeeuw he. We nemen plaats op ons mammoetskelterstoeltje, wat overigens net zo los staat als thuis in de skelter, en wachten in spanning af. Het licht gaat uit en onder tromgeroffel komt de eerste artiest de ring in.

Het is een dame met een paardenact. Er komt een zwart, net iets te dik, paard het ringetje in en begint rond te lopen. Eerst rechtsom, een keer of zes en vervolgens nog eens zes keer de andere kant op. Daarna nog eens zo veel rondjes maar dan om twee pilonnen waardoor het ineens een ovaal is geworden en daar blijft het bij. Goed blinkend zwart paard. Mooie rondjes.

“Taratataaaaa”, het licht gaat uit. Er wordt in de schemer iets opgesteld en Sterre roept ” Ik zie een poesje, oh wat lief” Ik denk nog “het zal toch niet”, maar het licht gaat aan en ja hoor. Vier katten samen met twee poedels staan opgesteld en zijn er helemaal klaar voor. Een van de katten loopt over een plankje en ik krijg ineens de neiging te roepen of iets te gooien. De kat van de buren doet altijd hetzelfde, maar dan over mijn schutting. Katten kunnen dat gewoon. De vier katten worden ieder in een bakje geklemd en ineens is het een draaimolen. Ze draaien zichtbaar gelukkig een rondje of zes en hups, er weer uit. Eén van de poedels wordt ongewild in een kinderwagen gepropt. Een andere wordt er tegenaan gezet en kan niet anders dan naar voren lopen waardoor ze de wagen duwt. Prachtig en vooral erg knap. Aan het einde wordt een van de katten in de brand gestoken en onder luid gejuich door een hoepel gegooid, dan schrik ik wakker.

Dan ineens komt er een jongleur aangelopen met, zoals More zegt, “misschien wel een chickie voor jou pap”) assistente. Hij noemt zich wel jongleur maar de man is zeker net zo oud als ik en heeft opvallend zwart haar ten opzichte van zijn grijze wenkbrauwen, dus dat verraadt al iets. Al met al kan hij behoorlijk jongleren maar zoals de naam al verraadt is hij er waarschijnlijk al vroeg mee begonnen. Dat scheelt een hoop. Bij elk onderdeel laat hij iets vallen, kijkt verontschuldigend naar waarschijnlijk een van de vier palen in de tent en doet het netjes opnieuw tot het wel lukt. Dan denk ik wel dat als je maar vier keer op hoeft te treden in een week en dan tot vijf keer toe iets ongewensd laat vallen, je concentratie te wensen overlaat. Nu moet ik wel eerlijk zeggen dat, als ik zo’n vrouwelijke rechterhand naast me had staan, ik waarschijnlijk niet eens aan jongleren toe zou komen, maar dat terzijde.

Voor de volgende act komt er een zwartgeverfde scharenslijper de ring in, die waarschijnlijk een kwart eeuw geleden de tent nieuw gekocht heeft, met een aandoenlijk jong luipaardje in zijn armen. Het beest trekt als een Porsche en hij kan hem dan ook bijna niet in bedwang houden. Het beestje is duidelijk niet op zijn gemak, evenals de mensen op de eerste rij. Hij laat hem over een , met luipaardenvel bekleed, latje heen en weer lopen. Wellicht niet erg tactisch om die lat te bekleden met het vel van zijn moeder. Na vier keer heen en weer heeft het beest het duidelijk gehad en wil ie terug in zijn kooi. Hij springt op de grond en rent naar de uitgang. De slijper probeert nog te zwaaien naar het publiek maar dat gaat al niet meer en staat voor hij er zelf erg in heeft al terug bij de kooi.

En dan, waar we allemaal een beetje op gewacht hebben, ja hoor, de clown. Helaas geen grote schoenen en geen rode neus, maar ik hoop stiekem toch dat hij dit beter doet als het jongleren van daarnet en ga er eens goed voor zitten. Hij loopt in de ring rond en roept “hallo!”met een soort van Hongaars accent. Hij doet dat een keer of tien en komt langs de eerste ring. Geeft alle kinderen een handje, roept nog 36 keer “hallo” en verdwijnt weer. “Was dat een clown papa?” vraagt Sterre geinteresseerd. “Ik denk het wel lieverd” zeg ik licht bedroefd en wacht gespannen op de volgende act. Voor de derde keer vraagt Sterre of nu de olifant komt, maar bijna jammer genoeg komt de scharenslijper weer. Nu met een grote kist.

“Nu komen de illigators” roept More, en ik denk ineens dat als die krokodillen al geen papieren hebben, hoe zal dat met de rest van het circus gesteld zijn. Papieren of niet, die mensen zou ik maar overslaan bij een razzia, zij werken tenminste.

Het zijn dus inderdaad alligators maar zoals verwacht kunnen die niks. Dan hangt de act geheel af van de temmer. Hij trekt er vier uit de bak en gooit ze op de grond. Ik zou zweren dat ze opgezet waren want ze bewegen nagenoeg niet. Het spektakel begint pas als hij een mini alligator uit de kist haalt. Het beestje heeft het duidelijk ook al niet naar zijn zin en graait met zijn gevaarlijk bekkie in het rond. Drie keer heeft hij bijna de hand van de slijper te pakken en ik zie hem denken “terug in de kist, terug in de kist” Afsluitend doet hij net of hij het diertje in de eerste ring wil gooien. Doordat het beest zo wild is schiet hij uit zijn hand, zo de reling over bij een meisje, die niet eens weet wat een alligator is, op haar schoot. Paniek bij de ouders en de rest van het publiek. Na een paar wilde pogingen heeft hij het beestje weer te pakken en verwijnt weer in de kist, samen met de rest van zijn familie.

Weer gaat het licht uit en ik voel me toch wat minder op mijn gemak nu. “De olifant, de olifant” roept Sterre weer, en ik hoop echt dat ze die niet hebben. Als zo’n beest los gaat in die tent zou dat een waar slagveld worden. Het spektakel zal waarschijnlijk in het niets vallen bij de drama’s die ik de laatste weken op tv zie maar toch, liever niet.

Er komt een ring naar beneden zakken en tegelijkertijd een jongedame aangelopen. Waarschijnlijk doordat ze maar 4 keer in de week een kwartier in die ring hangt zijn haar dijen iets te breed. In ieder geval voor een trapeze artieste dan. Kinderen baren zou wel gaan denk ik nog maar wat moet je daar weer mee in je circus. Ze hangt en draait wat op een meter of 6 hoogte en net als ik denk, nu komt het, springt ze er uit en is het klaar. Ach, als ze net zo lief is als ze kijkt heeft ze duidelijk wel meer kwaliteiten.

Nog steeds geen olifant maar een kudde met dieren van discutabele afkomst en leeftijd draaft de ring in. Ineens moet ik denken aan een mixed grill van de shoarma tent en ben heel benieuwd wat ze die dieren geleerd hebben. Niks dus. De dieren lopen angstig, door het harde klappen van de zweep, een rondje of tien. Ze behoren waarschijnlijk achter elkaar aan te lopen maar zie ineens een lama op de rug van een kameel zitten, dus een heel ontspannen indruk maken ze niet.

Geen olifant, geen tijger, geen leeuw, geen (echte) clown, maar de kids vinden het geweldig, en daar gaat het uiteindelijk om.

Door dit hele optreden heb ik eigenlijk ineens heel veel respect gekregen voor deze mensen. Probeer maar eens met zo weinig middelen en waarschijnlijk ook kennis te blijven lachen en een twee uur durende voorstelling te maken. Blijven vechten voor een circus dat eigenlijk misschien al jaren failliet is. Genoegen nemen met een veel te laag salaris en daar keihard voor blijven werken en tegen beter weten in blijven hopen op betere dagen en grotere successen. Stiekem beseffen dat het nooit meer zal worden als wat het nu is.

Het publiek klapt hard en lang en ik denk dat iedereen er hetzelfde over denkt als ik. De kaartjes zijn duur maar eigenlijk ook weer wel het geld waard en ik gun het deze mensen als geen ander. Als ieder bedrijf zulk personeel zou hebben zouden ze waarschijnlijk aan de helft van het huidige personeelsbestand al genoeg hebben.

Als ze volgend jaar weer komen, en de kaartjes waarschijnlijk weer iets duurder zullen zijn ga ik weer, gewoon uit respect.

Familie Zavatta bedankt