More voetbalt bij MOC en dat doet ie leuk, maar vooral heel graag. Afglopen zaterdag moesten ze tegen Halsteren en dat is altijd een aparte wedstrijd. Het team van Halsteren is sterk, maar toch weten ze er op de een of andere manier nipt van te winnen. De wedstrijd begint en More maakt een gespannen en gedreven indruk. Op de een of andere manier is er iets anders aan hem, maar ik kan niet meteen uitvissen wat. Ze komen emt 1-0 voor door een schitterend doelpunt van Kemal, vanuit een bijna onmogelijke hoek, bijna tv waardig. More wil in de spits blijven maar moet zakken, in verband met een wissel, en baalt er zichtbaar van. More wil scoren, altijd wel eigenlijk en soms doet ie dat ook, en meestal heel netjes. Hij gebaart druk en roept veel, kijkt bedrukt, bijna triest. Na wat doelpunten heen en weer winnen ze welverdiend met 3-2 en iedereen is blij, bijna iedereen. Altijd loop ik meteen na het fluitsignaal naar m’n minimessie, die mij dan ook meteen tegemoet loopt en terwijl ik hem tegen me aan druk vertel ik hem altijd dat ik van hem genoten heb en trots ben, heel trots.
More blijft staan waar hij staat, met zijn hoofd naar beneden en huilt. Das redelijk bijzionder want hij huilt niet snel, en als dat wel gebeurt is er echt wel iets aan de hand. Ik ren naar hem toe en pak hem vast. Hij blijft huilen en ik begrijp er helemaal niks van. Als ik vraag wat er nu aan de hand is stamelt hij, “ik heb opa iets beloofd en ik heb het niet gedaan!”. Opa ligt in het ziekenhuis omdat hij geholpen is aan een acute blindedarm en More had hem net voor de voetbal begon nog even aan de lijn gehad. Na drie keer vragen kom ik erachter dat hij beloofd had te scoren….voor opa. Daar heeft hij dus de hele wedstrijd mee rondgelopen, ik moet scoren, ik moet scoren en begrijp ik ook zijn veranderde houding.
Ik breek bijna, puur en alleen omdat hij zijn belofte wilde houden, dat raakte me echt. Ik maak hem duidelijk dat opa (als oud MOC speler) al heel trots zal zijn als hij hoort dat ze van Halsteren hebben gewonnen. Het Halsteren dat alles al gewonnen had, tot nu. Ik vertel hem dat hij een belangrijk aandeel had in de gewonnen wedstrijd en dat je als team verantwoordelijk bent en alles waaruit blijken kan dat iedereen nodig is om zo’n wedstrijd te winnen.
Na afloop nemen ze altijd nog ieder een penalty welke hij er steevast lekker in knalt, en ik zeg hem nog, “doneer deze dan maar aan opa”
More legt aan en waarschijnlijk door zijn scoringsdrang gaat de bal over. Daar wordt hij ook niet echt blijer van en triest loopt hij naar me toe. Ik prijs hem nog een keer en ben trots, heel trots en eigenlijk ben ik wel blij dat hij niet heeft gescoord, maar dat vertel ik hem maar niet.