Kindergemis

Kindergemis
Altijd als mijn kinderen bij me slapen (om het weekend) wil Sterre, mijn dochtertje in mijn bed. Op de een of andere manier is dat vertrouwder dan haar eigen kamertje helemaal boven. Uiteraard ligt ze altijd helemaal dwars al ik er bij wil maar zij mag dat natuurlijk. Zou je vriendin er zo bij liggen maakte je haar kwaad wakker, maar je dochter heeft toch weer een streepje voor op zo’n moment. De jongens liggen samen op een kamer, die dan nog een beetje kunnen smoezen over de voetbal, rondschijnen met kleine zaklampjes en meer van dat soort onzinnig gedoe.

Als ze dan weer weg zijn en het huis verlaten is vind je overal nog de sporen van je kroost. Sokken achter de kast wat je redelijk vreemd mag noemen, lege Haribozakjes tussen de kussens van de bank en onder de stoel en ga zo maar door. Alle kledingrestanten gaan in de wasmachine ,op 40 graden, want dan blijven de kleuren lekker mooi.

De stilte is dan eng ineens, en ik voel me op een bepaalde manier verlaten. Ze komen graag en gaan weer graag wat een goed teken is en daar moet je ook niet te veel aan tornen, maar ik besef dan wel dat ik een gezinsman ben. Hoe meer kinderen om me heen hoe liever.

Als ik op een gegeven moment besluit naar bed te gaan sla ik mijn dekbed weg en zie er nog twee knuffels in liggen, een hondje en een ijsbeer. Het zijn de twee beruchte allemansvrienden van mijn kids die rondzwerven van bed tot bed. Ik ruik de geur van mijn kinderen in de beesten en leg ze terug in mijn bed. Als ik er in kruip stuit ik weer op de twee lieve beestjes en de dag overdenkend op mijn zachte kussen kijk ik de beestjes aan. Ze kijken allebei heel lief en ik zie dat de ijsbeer niet onder de dekens ligt. Ik kijk naar het hondje die een rustige blik in zijn ogen heeft, lekker warm onder het dekbed. Stom genoeg krijg ik meelij met de ijsbeer en stiekem vind ik het niet eerlijk dat hij niet onder de dekens ligt dus leg ik hem er naast. Het lijkt alsof de hond opeens een rimpel in zijn voorhoofd heeft (of was dat al?) alsof hij zeggen wil, “ik lag hier toch eerst?” Ik merk dat ik de hond opeens minder lief vind en maak hem duidelijk dat hij niets meer is dan de ijsbeer, die trouwens duidelijk zichtbaar meer geleden heeft in zijn jonge leventje. Hij lijkt zelfs wat bloed aan zijn neusje te hebben van een gevecht, wellicht met de hond, of is het toch gewoon kinder makeup?

De schaamte voorbij pak ik de twee beestjes stevig vast en hou ze nog een keer tegen mijn gezicht gedrukt, ruik de geur van mijn kinderen en wens ze in gedachten welterusten.

Het zijn m’n kanjers die natuurlijk ook gemeen en vervelend kunnen zijn, op z’n tijd helemaal niet luisteren en het regelmatig niet met me eens zijn, die elkaar pesten in plaats van voor elkaar op te komen, maar ik vind het een eer me daar tussen te mogen wringen. Ruzie met ze te maken en belerende gesprekken met ze te hebben.

Gelukkig is het weer bijna weekend…