Naarmate ik ouder word graaf ik regelmatig in de berg “memorabele momenten” waar geluk en verdriet centraal staan. Vaak denk ik aan de geboortes van mijn 4 kinderen, de jaren die volgden en hoe gelukkig ze mij tot op heden gemaakt hebben. Als je (nog) geen kinderen heb kun je je dat gewoon niet voorstellen, een geweldig gevoel is dat.
Vaak denk ik aan mijn vader, die ruim drie jaar geleden alweer overleed aan de slopende gevolgen van Alzheimer. Dat proces heeft me veel verdriet gedaan en deed me pijn. Een pijn die altijd weer even terugkomt op die momenten dat ie weer even bij je is. De man mocht 84 worden, maar dat blijft een schrale troost
Afgelopen week kwam mijn zoon thuis met het bericht dat een van zijn beste maatjes, Justin, in coma lag en ik schrok me kapot. Ik kende hem omdat ze indertijd vaak even bij me binnenvielen voor het stappen of zomaar even tussendoor, “chillen” heet dat tegenwoordig. Ik heb hem leren kennen als een rustige jongen met hier en daar wat streken, die we allemaal wel hebben gehad in de loop der jaren. Wat me altijd bijgebleven is, is dat hij altijd erg vriendelijk was. Heel beleefd zei hij “u” tegen me, en was altijd heel begaan met de rest van m’n kinderen, lief eigenlijk gewoon. Een hele tijd had ik hem niet gezien tot ik hem op de “boulevard” tegenkwam, ik denk een maand of 3 geleden. Zoals altijd vroeg hij hoe het met “u” ging en vroeg me naar mijn kinderen. “Zijn zeker al groot geworden, het is al zo lang geleden dat ik ze gezien heb”, zei hij met glinsterende ogen.
Justin, je hebt het niet gered, het leven moeten laten gaan en ik weet dat je veel mensen in de gaten moet houden, maar kijk je alsjeblieft af en toe ook even naar die 4 van mij?
Rust zacht kerel.