“Namaakverdwaald” loop ik wat te slenteren langs het postkantoor. Terwijl ik een appje beantwoord hoor ik in de verte een licht brommend geluid aanzwellen. “Het lijkt er op, het moet er een zijn” denk ik en draai me om. Mensen ken ik soms niet meer terug, maar het geluid van een Porsche 911 herken ik dus wel. M’n droom, dat model, een klein beetje mijn auto dus.
De chauffeur van mijn droomauto wordt al bellend naar een parkeerplaats gewezen door een naast hem rijdende motoragent en stopt zowat naast mij. Uiteraard erg geinteresseerd blijf ik een beetje in de buurt staan om het gebeuren te kunnen volgen. De coureur blijft, bellend en wel, in zijn auto zitten, met een geirriteerde agent aan zijn portier. De agent, die het wachten beu is, tikt op het raampje en de 911 chauffeur laat, al bellend, zijn raampje zakken. De agent gebaart hem zijn telefoon weg te leggen maar de coureur attendeert de agent er op dat hij nog aan het bellen is en of hij misschien even zijn kalmte zou kunnen bewaren. De agent is zichtbaar over de zeik aan het raken en de coureur legt , net voor het kookpunt, zijn telefoon naast hem op de stoel. “Wat is er agent” zegt hij droog en een tikje arrogant. “U belt onder het rijden meneer, dan lijkt me het probleem wel duidelijk”. “Het was voor mij belangrijk genoeg om niet op te hangen” zegt hij weer heel erg droog en kijkt ongeinteresseerd de andere kant op. Deze agent is dit gedrag duidelijk niet gewend en lijkt wat zenuwachtig te worden van “mijn held”. “Ook zie ik dat u uw gordel niet aan heeft, wat ook verplicht is zoals u zal weten” herpakt de agent zich stoer. Lauda kijkt niet op of om. “Uw autopapieren en rijbewijs alstublieft” blijft de agent in zijn rol en wat te verwachten was, alleen de autopapieren blijken voorradig. “klopt het adres op deze papieren?” vraagt de agent die toch uitermate rustig blijft, beseffend altijd aan het langste eind te zullen trekken. “Dat staat er toch?” zegt Lauda cool en kijkt de agent nog steeds niet aan. “Ja, maar woont u daar nog steeds?” probeert de agent weer. “Schrijf nou maar op eikel, schrijf je bonnetje nou maar lekker”. Als de agent de papieren teruggeeft stapt Lauda uit, sluit zijn cabrio af en loopt richting postkantoor, de agent gedesorienteerd achterlatend. De agent wacht nog heel even maar hij komt niet terug. Als hij uitgeschreven is doet hij de bon achter de ruitenwisser en loopt weg. Terwijl hij wegloopt kijkt hij nog een keer naar de bolide, stopt en loopt weer terug. Hij kijkt naar de wielen en ziet dat de wwagen niet binnen de lijnen staat.
Even twijfelt hij, pakt zijn boekje en begint weer te schrijven.
Lauda heeft zijn moment en waarschijnlijk geld genoeg.
De agent maakt een trekkende beweging met zijn arm. Dat zal dat bewuste langste eind dan wel zijn…