“Jij hebt toch wel eens gekeept vroeger?”, vroeg Peter van de Poel (trainer MOC D4) me een tijdje geleden. Ik heb inderdaad wel wat gekeept vroeger maar was zeker geen hoogvlieger.
Stond regelmatig en toevallig lekker in de weg maar dat was het dan ook wel. Ik vond het vooral erg leuk om te doen en aangezien ik absoluut niet kan voetballen was het een mooie optie. Het mooiste van keepen vind ik dat je toch een eenling bent in het team. Draait het niet naar behoren en hebben meerdere spelers hun dag niet, kun jij de zaak nog redden of in ieder geval het verlies nog een beetje beperken. Ben ooit begonnen bij VVC 68 waar Ad Maas keeper was. Die heeft me de nodige kneepjes bijgebracht. Vooral het lef krijgen te duiken is een grote stap. Zoiets bouw je op natuurlijk maar kost wel de meeste tijd. Als je daar eenmaal overheen bent wordt het pas leuk. Je bent de baas in het strafschopgebied en dat maakt het wel spannend. Ben je nog eens ergens de baas. Jaren later, maar intussen ook alweer vele jaren geleden werd me die vraag nog eens gesteld. Mijn vader sponsorde ZPR ’84 en daar hadden ze gebrek aan een keeper. Een paar stoute voetbalschoenen aangeschaft en proberen maar. Wonderwel ging het lekker en ondanks de kapotte knie die ik van het crossen overgehouden had kon ik goed mee en was zelfs nog heel even “in de race” voor het eerste elftal. Ik mocht meetrainen met de selectie en had het erg naar mijn zin. Andre Nuyten en Bas Werdler waren in die tijd mijn voorbeelden en ik had alweer een leuke tijd. We speelden op zaterdag en dat kwam heel goed uit. De derde helft wonnen we altijd glansrijk en rolden dan ook met regelmaat en een teveel aan bier het paviljoen van Rozenoord uit. M’n maten haalden me daar vaak op en dan reden van daaruit meteen door naar Belgie. “Nooit meer naar huis” was het devies. Een supertijd met hele mooie herinneringen. M’n knie speelde weer op en het blijven vallen en opstaan werd me toch iets te veel. Nu, weer jaren later, en nog steeds stronteigenwijs ben ik weer begonnen met alles. Een paar jaar geleden weer een crosser gekocht en ook weer als invaller aan het keepen geslagen bij de veteranen van MOC. Het kost me wel wat rolletjes gewrichtstape iedere keer maar ik kan het gewoon niet laten. Noem het “midlifecrisis” of wat dan ook maar ik wil nog zo veel. Het herstellen duurt allemaal wel wat langer als je de 50 gepasseerd bent, maar dat moet je maar op de koop toe nemen. Ik ga er voor het gemak maar even van uit dat je maar 1 keer op deze aardbol bent dus wil ik er alles uithalen. Daarbij komt nog dat als ik ooit een keer terug zal keren, het zeer waarschijnlijk in de gedaante zal zijn van een varken of een ander in de modder rollend beest. “Wees daar maar niet bang voor pa”, zei mijn alleroudste zoon toen ik dit een keer liet vallen. “Hoezo niet?” vroeg ik hem.
“Je wordt nooit twee keer hetzelfde”