De kat is plat

In een vlaag van veranderwoede vraagt mijn vrouw me vriendelijk doch dwingend de oude computer eens van More zijn slaapkamer af te halen. Het ding doet het niet eens, is veel te groot en staat uiteraard verschrikkelijk in de weg. Op die plaats moet namelijk iets anders staan. Iets wat nergens anders kan staan, omdat het dan niet past in het totaalbeeld van het kamertje. Wat bezielde me trouwens dat hele spul op die slaapkamer te installeren indertijd, bedenk ik me nog. Lui en sterk als ik ben (volgens mijn kinderen dan toch) moet dat hele spul natuurlijk wel in 1 keer naar beneden, inclusief printer. De draden partij subtiel en uiterst vakkundig in één ruk uit de apparaten getrokken en zorgvuldig de hele boel op elkaar gestapeld. Strompelend loop  ik naar de deur. More en Storm (toen 5 en 3) staan vol verwachting onder aan de trap te wachten. Papa doet weer eens wat in huis en dat is redelijk bijzonder.

Altijd  als ik dan eens iets deed had ik hulp. More zette dan zijn ‘Bobdebouwerhelm’ op en meldde dat hij ook ‘reetskap’ had en maakte me duidelijk dat ik absoluut niet zonder zijn hulp kon. Wachten tot hij er klaar voor was moest ik in ieder geval. Een dikke peer zaag en een rolmaat om te meteren  was dan zijn vaste wapentuig. Bij de helm was ook een veiligheids bril meegeleverd welke net onder zijn ogen en een centimeter of vijf  boven zijn onderlip met een veel te strak stiekje op zijn kleine hoofdje geklemd. Hij zag eruit alsof hij de dichtstbijzijnde bank ging overvallen. Over vallen gesproken, door zijn outfit zag hij dus niet precies welke weg hij bewandelde en gaf na zijn schuiver dan ook aan dat het maar goed was dat hij z’n helm op had. ‘Gekke Bob’, denk ik nog terwijl ik met de halve Media Markt in mijn handen sta. Ik begin aan mijn reis naar beneden en hoor ineens; ‘O, schat kijk uit hoor, die kat, die…’, maar het is al te laat. Juist nadat ik mijn hele gewicht heb laten overhellen naar links, stap ik met mijn volle (98 kg.) gewicht en mijn ‘werkschoenmetstalenneus’ uit het 45 rek, vol op het kopje van het 2 maanden oude katje. More had hem twee weken eerder heel zorgvuldig uitgezocht in het naburige asiel. Er moest zelfs nog een foto van gemaakt worden, omdat het arme dier niet meteen mee mocht. Hij was iets te vroeg van zijn moeder was weggehaald. Met die foto kon hij er alvast een beetje aan wennen en natuurlijk naar kijken.

Over naar kijken gesproken. Het dier hobbelt van de trap af terwijl  het bloed uit zijn neus spuit. Een abstracte tekening van bloed vormt zich op de crème witte muur en voordeur.  De paniek die dan ontstaat is niet te beschrijven, de kinderen krijsen; “Pap wat doe je nou?!!. Kijk nou, maaaam! ”Mijn hart draait vijf keer rond in mijn lichaam, het enorme drama aanschouwend. Storm huilt en roept alleen maar “Papa poes dood, papa poes dood” terwijl hij me daarbij heel boos en beschuldigend aankijkt. Mijn vrouw grist het arme katje van de vloer en rent er mee door de kamer naar de achterdeur, een spoor achterlatend over de muur, vloerkleed tot op de achter deur. Daar is de concentratie van het rode kattenvocht het hevigst omdat ze de deur niet openkrijgt. Het katje loopt langzaam leeg en het spartelen wordt al snel en duidelijk minder. Ze legt het trillende dier op het gras en schreeuwt naar mij om het nummer van de dierenambulance. Terwijl ik naar een telefoonboek zoek vraag ik me wel af hoe zo’n kundige dierenarts dat koppie weer in de originele vorm zou kunnen krijgen . Nog voor ik het boek gevonden heb is het leed al geleden. Gelukkig een redelijk korte pijn, dat dan weer wel. Het zieltje verlaat zichtbaar het dan al levenloze lichaam en volgens de jongens is Lientje nu aan het spelen met Diesel, een Berner Sennen die we eerder verloren. Lang, heel lang heb ik Storm nog horen zeggen “papa poes dood” Ik heb er bij staan janken als een klein kind en merkte toen maar weer eens hoe verschrikkelijk veel ik van die jongens hou. Dat verdriet was heel intens en Lientje heeft daarom ook een mooie begrafenis gehad, compleet met steen en kruis. Samen hebben we haar begraven en hebben ook samen weer een nieuwe kat uit het asiel gehaald.

“Als je er nog meer kwijt moet”, grapte ik nog tegen de asiel dame..