Burgers op z’n best


Zolang ik me kan herinneren heb ik al een voorliefde voor hamburgers. De ene is de andere niet, daar ben ik inmiddels wel achter. Als het echt moet uit het frietvet, maar het bakplaatmodel is de grote favoriet. Gebakken ui, een beetje curry en ik ben een gelukkig mens. Na een middag ijsbaan rommel ik mijn kinderen bij elkaar. ‘Wat gaan we eten pap?’, vraagt mijn dochter. Ik heb nog geen idee. Het boodschappen doen is er ook bij ingeschoten, dus veel opties uit eigen keuken zijn er eigenlijk niet. Mijn dochter heeft een plan. ‘Gaan we naar die nieuwe hamburgertent pap?, da’s echt vet lekker’. Aangezien ik nog zelden in de binnenstad kom heb ik geen idee waar ze het over heeft. ‘Waar de Mac zat vroeger, daar is nu een nieuwe zaak’. Met uitzicht op een goeie hamburger krijg je me overal naartoe gelokt. We steken de markt schuin over en ik ben verrast. Voor mij een droom. Hamburgers in alle soorten en maten. Bij binnenkomst worden we al meteen en erg vriendelijk verwelkomd. Ik kijk rond en zie dat alles bezet is, op één tafel na. Die blijkt gereserveerd, helaas. Gelukkig is er een soort van ‘wachtbar’, waar we mogen eten, als we daar geen probleem mee hebben. Een goeie burger zou ik nog zittend op de grond eten, dus van mijn kant absoluut geen bezwaar. Mijn kinderen zijn ook alles behalve moeilijk, dus de bar ‘it is’. We krijgen te horen dat het wel heel even kan duren want er zijn veel bestellingen in de maak. Ook geen probleem. Eigenaar Ad toont oprecht dat hij blij is dat we zijn zaak bezoeken. Waarschijnlijk voor de honderdste keer legt hij uit hoe hij en zijn vrouw ertoe kwamen deze zaak te starten. Ondernemers vanuit het hart, dat zeker. Mijn dochter pakt een spel kaarten, maar niet alle wachttijden hoeven persé gedood te worden. De sfeer maakt alles goed. Zoals altijd verlies ik en met kwartetten wordt het al niet veel beter. Zodra er een tafel vrijkomt mogen we daar plaatsnemen, als we niet aan de bar willen eten. Heerlijke stoelen aan een joekel van een tafel. Een set dat ik graag thuis zou hebben staan. De stoelen zitten geweldig en er hangt een ongedwongen sfeer door het prachtige industriële interieur Gezellig geroezemoes van genietende mensen afgemaakt met gepaste achtergrondmuziek. Eén van de bedienende dames neemt plaats aan een piano die achter me staat en zingt heel ingetogen een paar prachtige nummers. Live muziek, dan heb je me al. Eigenlijk kan het voor mij al niet meer stuk, tenzij de burgers echt bagger zijn. Ik laat mijn dochter een van de burgers uitzoeken. ‘Lust je augurk pap?’, vraagt ze lief. ‘Ik lust alles behalve gebakken orgaanvlees en prei, dus verras me maar’. De uiteindelijk voorgeschotelde hamburger is voorzien van een dikke bonk vlees. Perfect. Precies zoals ik hem wil met een lekkere puntzak dikke friet. De bediening is zoals het moet zijn. Vanuit de open keuken zie ik verschillende ‘plates’ doorkomen, die ik allemaal wel een keer zou willen proberen. Alles geserveerd door een team van meiden waar je zoon mee thuis zou mogen komen. Niet allemaal tegelijk natuurlijk. Een gulle lach en een horecahart. Van die meiden dus. Alles gaat op en iedereen heeft er meer dan genoeg aan. Ik zit lekker op mijn gemak en wil eigenlijk helemaal niet weg. ‘Buik maar rustige een beetje uit hoor meneer’, zegt een van de meisjes lief, terwijl Sterre achterstevoren over haar stoelleuning hangt te genieten van het pianomeisje. Ze ziet het en lacht terug. De kosten vallen me alles mee en de fooi wordt dankbaar aangenomen. ‘De Stadsburger’. Een openbaring voor de echte hamburger liefhebber. Blij dat ik geweest ben. Geen spijt nee.
Spijt is voor alles wat je niet hebt gedaan…